Grondige kennis van de moedertaal
Het examen over de grondige kennis van de eerste taal bestaat erin een tekst van ongeveer duizend woorden schriftelijk samen te vatten.
De kandidaten krijgen een tekst van ongeveer duizend woorden over een algemeen onderwerp. Ze mogen die tekst vijftien minuten lezen zonder daarbij aantekeningen te maken. Daarna volgt vijf minuten extra notitietijd (tekst blijft beschikbaar). Ten slotte geven ze de tekst af en vatten hem samen in ongeveer 350 woorden (ongeveer veertig regels of twee bladzijden in normaal handschrift). Een kantlijn is niet nodig. Elke afwijking van meer dan 10% van de norm van 350 woorden wordt bestraft. De kandidaten mogen geen eigen ideeën toevoegen aan de inhoud van de tekst. Bij de beoordeling wordt er rekening gehouden met inhoud, stijl, spelling en zorg.
Duur van het examen: 90 minuten na lectuur van de tekst.
Voorbereiding toelatingsexamen Nederlands moedertaal (152.53 KB)
Elementaire kennis van de tweede landstaal
Het examen over de elementaire kennis van de tweede landstaal bestaat uit drie delen met een gemeenschappelijk onderwerp:
- Een versie
De kandidaten vertalen tien zinnen die in hun tweede taal geschreven zijn, naar hun eerste taal. - Een thema
De kandidaten vertalen vijf zinnen uit hun eerste taal geschreven zijn naar hun tweede taal. - Een geleid opstel
De kandidaten krijgen twee vragen over het onderwerp dat in het examen behandeld wordt. In een opstel van 15 regels (135 woorden) moeten ze een van die twee vragen beantwoorden in hun tweede landstaal.
Duur van het examen: 1 uur 45 minuten.
Vragen en opdrachten