De strijd tegen Corona heeft ook mij volledig in zijn greep. Als huisvader trek ik alleen nog naar de supermarkt op zoek naar de meeste noodzakelijke levensproducten. Als zoon kan ik mijn ouders voorlopig alleen digitaal bezoeken. Als vader heb ik nu drie bengels die zich thuis suf werken aan een berg huistaken. De grootste uitdaging lag evenwel in het professionele domein. Ik prijs mezelf trouwens heel gelukkig dat dit mijn grootste bekommernis is. Velen hebben het nu veel zwaarder zoals de coronazieken, de mensen in de zorg of de mensen die technisch werkloos zijn.
De meest drastische professionele Corona-ingreep voor mij was dus het opschorten van de lessen. Die beslissing was noodzakelijk, maar sloeg in als een bom. Ik geef toe dat een soort opgewonden spanning zich meester maakte van mij toen ik die beslissing vernam. En ook een zucht van opluchting: even geen trein of metro meer voor mij de komende weken. Zeker nadat Prof. Van Ranst op de televisie verklaarde dat hij “voor geen geld van zijn leven nu in de metro zou stappen”.
De onmiddellijke invoering van het onderwijs op afstand was een regelrechte stresstest voor de school. De ene na de andere richtlijn belandde in mijn mailbox. Net zoveel mails vertrokken naar de studenten en naar de collega’s die lesgeven aan de eerstejaars Sociale en Militaire Wetenschappen. Tal van problemen staken de kop op (“Oei, de eerstejaars hebben geen rechten op Skype for Business?” of “Hoezo, de Luxemburgers hebben in het Groothertogdom geen toegang tot hun militaire mails?”), maar werden net zo snel opgelost. Een ongeluk komt nooit alleen, maar zo makkelijk laten we ons niet uit ons lood slaan. Dankzij de interventies van velen hadden alle eerstejaarsstudenten nog voor het einde van de eerste coronaweek toegang tot hun mails en tot Skype for Business. Alle studenten waren nu volledig operationeel.
De coronacrisis verplicht ons om vernieuwend uit de hoek te komen.
De coronacrisis verplicht ons om vernieuwend uit de hoek te komen. Het toeval wilde dat ik twee weken geleden nog informeel mijn hart luchtte tegen de commandant van de school tijdens een middagmaaltijd in onze mess. Waarom Defensie zo weinig Skypemeetings doet. Waarom we ons zo vastklampen aan fysieke vergaderingen. Ik zie mijn vrouw wekelijks Skypen terwijl ik amper wist hoe je Skype gebruikt tenzij om te telefoneren. Intussen maakten we van de nood een deugd. Mijn eerste Skypemeetings met studenten zijn al achter de rug (lekker informeel knoeien en dingen proberen), maar ook een veel ernstigere vergadering als de academische taad verloopt vandaag via Skype. Het opnemen van Powerpoints met audio is een routineklus geworden. Wie me bezig ziet tijdens de opnames, lacht zich wellicht een breuk, want ik maak nog steeds gebaren alsof ik voor een echt publiek spreek. Als alles goed gaat (fingers crossed!) rolt donderdag mijn eerste schriftelijke test uit ons digitale leerplatform BelADL. Als corona één verdienste heeft, dan is het wel dat we op technologisch vlak grote sprongen vooruit maken. “Never waste a good crisis”, weet-je-wel.
Dit zijn de leiders die we in de toekomst nodig hebben!
Ondanks de coronacrisis zie ik veel hoopvolle tekens. Collega’s zoeken naarstig naar vernieuwende lesmethodes op de meest crazy platformen, nemen video’s op, maken bordschema’s op papier enz. Studenten nemen hun verantwoordelijkheid en bieden zich aan om een coördinerende rol te spelen. Ik sta verbaasd van de interne organisatie van onze studenten. Zij houden elkaar op de hoogte via Whatsapp en Messenger en met kalenders en documenten die ze aanmaken en aanvullen op Google Docs. Deze jonge generatie doet het op zijn eigen manier. Ik onthou ook de ontroerende ontgoocheling in de mails van één van mijn masterproefstudenten. Na een lange zoektocht naar financiering en naar stoffelijke resten van soldaten van de Eerste Wereldoorlog, zal hij wellicht toch geen analyses kunnen doen om de herkomst van deze onherkenbare stoffelijke resten te bepalen. Het laboratorium is helaas gesloten. Zijn wanhoop stemt mij ergens tevreden: dit zijn de leiders die we nodig hebben in de toekomst. Geen studenten die blij zijn omdat ze minder moeten doen, maar officieren die het jammer vinden dat ze een kans minder kregen.
Majoor Tom Simoens
Docent geschiedenis
Reactie toevoegen